Van Goghs idee om een krab te schilderen kwam van Japanse prenten. Daar was hij hetzelfde onderwerp tegengekomen. Samen met zijn broer Theo verzamelde hij dergelijke kleurige houtsneden. Van Gogh schilderde de heldere tinten rood van de krab tegen een groene achtergrond. Dat deed hij om te experimenteren met wat hij ‘de kleurwetten’ van de Franse kunstenaar Eugène Delacroix (1798-1863) noemde. Volgens deze theorie vormen kleuren als rood en groen een paar. Ze worden ‘complementair’ genoemd: ze versterken elkaar als ze naast elkaar worden gebruikt.